AAP WSH | Appèl en Apportproef. Verenigingsproef waarbij het werk na het schot (apporteren) wordt beoordeeld |
ZSP WSH | Zweet- en Sleepspoorproef. Verenigingsproef waarbij de aanleg voor het werk na het schot (nazoek en uitwerken van een sleep) wordt beoordeeld |
APV WSH | Aanlegproef Veldwerk. Verenigingsproef waarbij de aanleg voor werk voor het shot (zoeken, vinden en voorstaan van veerwild) word beoordeeld |
Predikaat Natuurlijke Aanleg | Certificaat dat wordt uitgereikt aan Weimaraners die de
AAP, ZSP èn de APV met goed gevolg hebben afgelegd
|
RAP WSH | Roofwild Apporteerproef. Verenigingsproef waarbij de wil om het apporteren van roofwild (vos) wordt beoordeeld |
SJP-C/B/A | Standaard Jachthondenproef. Voorheen KNJV-proef, proeven van de KJV. C is het basis-diploma, B voor gevorderden en A voor de zeer ervaren honden. Per jaar weten maar enkele Weimaraners zo’n A diploma te behalen |
MAP-B/A | Meervoudige Apporteerproef. Proeven van de KJV, waarbij de proeven uit 2 apporten bestaan. Alleen honden die 2 SJP-B of 2 SJP-A diploma’s hebben gehaald met bepaald aantal punten mogen aan de MAP proeven meedoen |
Veldwerk najaar 1G jeugd | Kwalificatie op een Nederlandse veldwerkwedstrijd, in dit geval in het najaar in de jeugdklasse een 1ste plaats Goed. Kwalificaties die er te halen zijn Goed, Zeer Goed, Uitmuntend, Uitmuntend CAC. Naast Najaarsveldwedstrijden zijn er ook Voorjaarsveldwedstrijden. Er zijn 3 klassen: jeugd, novice en open ofwel kampioensklas |
Zw-F I | Kwalificatie op een Nederlandse zweetspoorproef. F staat voor ‘zweetspoor F’ (er zijn verschillende klassen: A t/m F, te beginnen bij F). Het Romeinse cijfer geeft de plaatsing aan (I = Uitmuntend, II = Zeer Goed, III = Goed) |
Basis/Africhtingsbrevet | Jachtdiploma’s die te behalen zijn in België. Basisbrevet is vergelijkbaar met SJP-C en Africhtingsbrevet met SJP-B |
VJP 70 | Verbands Jugend Prüfung. Duitse voorjaars aanlegproef voor jonge honden, getal achter de afkorting staat voor het aantal behaalde punten (gebruikelijk bij de Duitse en Oostenrijkse uitslagen) |
HZP 158 | Duitse veelzijdigheidsproef in het najaar, verplicht voor fokdieren in Duitsland, getal staat weer voor het aantal punten |
VGP 293 I | Verbands Gebrauchs Prüfung. Duitse of Oostenrijkse tweedaagse veelzijdigheidsproef, ook wel ‘Meisterprüfing’ genoemd, getal is puntenaantal, Romeinse cijfer is de behaalde plaats |
o.l.e. | Ohne Lebende Ente. Op de betreffende HZP of VGP heeft het werk op de levende eend niet plaats mogen vinden (en dat betekent een lager aantal totaal te behalen punten) |
SIL | Sichtlaut. De hond achtervolgt luid blaffend het wild, wordt beoordeeld als wijze van jagen’ (Art des Jagens) op Duitse en Oostenrijkse proeven |
SPL | Spurlaut. De hond achtervolgt luid blaffend het spoor van wild, wordt beoordeeld als wijze van jagen’ (Art des Jagens) op Duitse en Oostenrijkse proeven |
FuW 263 II | Feld und Wasserprüfung. De Oostenrijkse variant van de HZP, maar dan bestaande uit 2 dagen. Ook hier staat het getal voor het aantal punten en de Romeinse I, II of III staat voor een 1ste, 2e of 3e prijs |
BP | Brauchbarkeitsprüfung. Duitse proef die verplicht is voor jachthonden die ingezet worden bij de praktijkjacht |
BTR | Bringtreue Prüfung. Duitse proef waarbij de hond binnen 15 minuten een verloren apport van een vos op 120-150 meter in het bos moet hebben volbracht |
VswP | Verbands-schweiss Prüfung. Duitse zweetwerkproef |