Distichiasis
Uit de ECVO geteste Weimaraners kwam naar voren dat de geteste honden op dit moment ongeveer 30% op distichiasis “niet vrij” (lichte vorm) gediagnosticeerd zijn. In Duitsland waar nog veel meer Weimaraners dan in Nederland zijn getest is ongeveer 20% “niet vrij” (lichte vorm) gediagnosticeerd.
Distichiasis is een erfelijke aandoening waarbij één of meerdere extra haren groeien op de ooglidrand of in het oogslijmvlies van de hond. Deze haartjes kunnen irritatie of ontsteking van het oog veroorzaken. Bij een lichte vorm wordt de gradatie t/m 10 haartjes aangehouden, daarna is dit geen lichte vorm meer.
Tijdens de laatste Algemene Ledenvergadering is er met overgrote meerderheid van stemmen besloten dat een Weimaraner die “distichiasis niet vrij” gediagnosticeerd is alleen een dekking aan mag gaan met een partner die “niet vrij” gediagnosticeerd is.
Dit impliceert dat in het geval de fok-teef als diagnose “distichiasis niet vrij” heeft, deze enigszins beperkt is in de selectie van de dekreu. De uitslagen die bekend zijn worden naast het ECVO-onderzoek bij de desbetreffende honden vermeld.
Het komt wel eens voor dat bij het meerdere testen van eenzelfde hond (met een grote tussenperiode) de uitslag van “niet vrij” naar “vrij” gaat en later weer naar “niet vrij. Dit kan voorkomen door verharing en/of manipulatie maar in principe zou een specialist dit wel kunnen zien.
In zulke gevallen blijft de hond voor de fokkerij als “niet vrij ”gediagnosticeerd. Kijk voor nadere uitleg bij de Raad van Beheer op de pagina ECVO.
Hoe distichiasis exact vererft is nog niet aangetoond. Studie heeft wel uitgewezen dat nakomelingen van honden met de diagnose distichiasis “niet vrij x distichiasis niet vrij” veel hogere cijfers geven in de vererving “niet vrij” als een variant hierop.
Om volledig te blijven wil ik vermelden dat het ook (al is het in veel mindere mate) voor komt dat er bij nakomelingen van ouderdieren die “vrij” zijn gediagnosticeerd er bij de nakomelingen soms ook de diagnose “distichiasis niet vrij” voor komt.
Door de genomen beslissing zal de tijd leren of het aantal verervingen van distichiasis (lichte vorm) terug gaat lopen en komt er weer een beslismoment.
In de zaal werd tijdens de ALV gesuggereerd dat er fokkers zijn die deze haartjes epileren zodat hun fokdier dan “vrij” gediagnosticeerd worden. Onze bestuurslid en dierenarts Kimm Bakker vertelde dat een specialist dit eigenlijk zou moeten zien. Vanaf de kant van het bestuur/fokinformatiecentrum vragen wij ons af of je dan goed met je ras bezig bent of dat je dan alleen bezig bent met geld verdienen. Het antwoord laat zich raden.
Wat het bestuur voor heeft is vooral NIET een STEMPEL te zetten op de gediagnosticeerde honden die “niet vrij” (lichte vorm) gediagnosticeerd zijn. Met deze honden hebben het ongemak dat er een paar haartjes groeien op de ooglidrand of in het oogslijmvlies van de hond wat erfelijk is en waar de hond last van kan hebben. De vergelijking wordt gemaakt alsof je een zandkorrel in je oog hebt. Er zijn ook honden waar (zo lijkt het) die hier geen last van schijnen te hebben ondanks de diagnose.
Zoiets kan je negeren of als rasvereniging je best doen om te kijken of het percentage honden terug kunnen brengen. In de Algemene Ledenvergadering is voor het laatste gekozen.